Soms wil je manifesteren. Maar dan voel je je ziek. Dan voel je dat het nu even teveel is. Ik doe het later. Geef me de tijd. Je hebt altijd.
Ik wil je beminnen als Apollo, de manifesterende, als Dionysos, de vervoerde ecstatische, als Hades de ondoorgrondelijke, als omnipotente god.
Maar ik voel me te ziek. Nu even niet… geef me de tijd. Ik heb altijd.
Dus ga ik opruimen. Ik pak de lelijke bloempotten van de buurvrouw en stort ze in de ondergrondse container. Ik pak mijn kristalmes en snij door de angst heen, door het verdriet heen, en dwars door mijn zieke vlees. Om mijn ziel te bevrijden. Vrij van de keurslijven die de goden vertegenwoordigen.
En ik heb je lief zoals je bent. Met de schaduw die ik ben.